Lapland uil

LaplanduilDSC_0553
( Strix Nebulosa )

Engelse naam: Great grey owl
Duitse naam: Bartkauz
Lichaam Lengte: Man: ±67 cm, vrouw: ±71 cm
Spanwijdte: Man: ±140 cm, vrouw: ±142
Gewicht: Man: ±1000g, vrouw: ±1300g
Ringmaat 16 mm
Geslachtsrijp: Na 1 jaar
Broedtijd: Mei-juni
Eieren: 2-5 eieren
Incubatietijd: 28-29 dagen
Verspreiding: Europa, Noord-Amerika, Azië

 

De laplanduil jaagt meestal overdag en ook wel in de schemering. Hij jaagt vanaf een lage verhoging, waar hij een goed uitzicht heeft. Zijn specialiteit is zijn fenomenale gehoor. Met zijn markante, schijfvormige kop scant hij het besneeuwde landschap en is hij in staat de kleinste bewegingen onder de sneeuw waar te nemen. In de regel zijn deze uilen trouw aan hun territorium; alleen in slechte woelmuisjaren, trekken ze naar het zuiden.

Laplanduilen eten overwegend woelmuizen, lemmingen of eekhoorns, af en toe ook jonge sneeuwhazen of vogels tot de grootte van sneeuwhoenders.

Laplanders benut meestal nesten van andere (roof)vogels, maar ook uitgeholde boomstronken of een zelfgemaakte kuil in de grond. Het vrouwtje broedt vanaf het eerste ei. De jongen verlaten het nest al voor ze goed kunnen vliegen. Zij worden door beide ouders gevoerd tot ze zelfstandig zijn.

Hun leefgebied is: Noord-Scandinavië, Noord-Rusland, Siberië, Sachalin en Noord-Amerika. Dichte naaldwouden van taiga en gebergte, die veel open plekken, moerassen en kaalslagen hebben.