Bumble-foot:
Dit is waarschijnlijk een van de meest voorkomende aandoening bij roofvogels. Bumble-foot is een ontstoken en meestal geïnfecteerde zwelling op de voetzool.
Eerste stadium: Er ontstaat een kleine rodere of licht glanzende plek op de voetzool door het gebruik van ongeschikte zitplaatsen. Wanneer men atroturf op zitplaatsen gebruikt neemt het risico van bumble-foot af. Indien de vogel te hoog gewicht zit moet eerst langzaam het gewicht omlaag gebracht worden tot een gezond gewicht. Bij dit stadium kan de poot twee maal per dag ingesmeerd worden met aambeienzalf, die te verkrijgen is bij drogist of apotheek.
Het tweede stadium: Deze vorm ontstaat wanneer er een wondje in de huid ontstaat aan voet of enkel. Er zijn vele manieren waarop een infectie kan beginnen: door een wondje van eigen nagels, een beet van een prooi, door slechte zitplekken of door schuren van schoentjes (manchetten). De poten zullen warm aanvoelen doordat de wond ontstoken is en de vogel zal vaak gaan liggen. In dit stadium zal een dierenarts geraadpleegd moeten worden die waarschijnlijk een antibiotica voorschrijft.
Derde stadium: In dit stadium krijgt de vogel knobbels op de voeten en de tenen, die sterk geïnfecteerd zijn. Voordat er medicijnen voorgeschreven kunnen worden is het raadzaam eerst wat vocht uit de wond op kweek te zetten, zodat er gericht tegen de juiste bacterie een antibioticum gegeven kan worden. Soms moet het operatie verwijdert worden.
Een bumble-foot kan soms lang duren maar de meeste vogels komen er met de juiste behandeling toch op de duur vanaf. Maar belangrijker is het voorkomen van een bumble-foot. Dé manier hiervoor is: zitplekken met kunstgras bekleden, voeten regelmatig controleren, geen te hoog gewicht en het geven van vitamine- en mineralensupplementen.
Pokken:
Virale infectie die korstvormige gezwellen op de poten en de washuid (gele huid bij de snavel) veroorzaken. Sommige vogels herstellen hiervan zonder problemen, terwijl andere eraan sterven.
Wonden:
Bij een bloedende wond blijft een roofvogel in het algemeen lang bloeden. Een bloedstelpend middel is dan noodzakelijk. Erop drukken kan in sommige gevallen ook al helpen. De meeste bloedstelpende middelen mogen alleen op nagels en bek gebruikt worden, maar er bestaan wel geschikte zalven. Vraag Uw dierenarts welke zalf hij zou aanraden. Wondjes kleiner dan een halve centimeter moeten gereinigd worden met een desinfecterend middel op basis van jodium. Daarna kan een wondpoeder gebruikt worden. Als de wond verontreinigd is, geïnfecteerd of ouder dan 8 uur zal een antibioticum noodzakelijk zijn voor herstel. Bij een ernstige bloeding dient men een drukverband aan te leggen, maar enkel op de ledenmaten. Hierbij moet opgelet worden dat de bloedstroom naar de ledenmaten niet geheel afgeknepen wordt. Men mag nooit druk uitoefenen op de buik of borst van een gekwetste vogel, omdat dit de ademhaling kan belemmeren.
Bij een kapotte bloedpen (nieuwe veer) kan op het bloedende uiteinde wat meel of maïzena gedaan worden en lichte druk erop uitoefenen.
Wondjes aan het oog:
Binnen 4 uur naar de dierenarts.
Bijtwonden:
Deze wonden dienen zo snel mogelijk ontsmet te worden. Bij kleinere wondjes doet men er goed aan antibioticumzalf op het wondje te smeren omdat een beet erg gevoelig is voor te gaan infecteren. Grotere bijtwonden dienen door een dierenarts gezien te worden en is antibioticum noodzakelijk.
Gewrichtsontstekingen:
Men kan op het elleboog- en polsgewricht van een vogel een zachte, met vloeistof gevulde zwelling vinden, waar meestal een wondje aan voorafgegaan is . Vaak zal deze zwelling geïnfecteerd zijn en kan tot een gewrichtsontsteking leiden. Het vocht zal verwijderd worden en men zal antibiotica moeten geven.
Bevriezing:
Dit komt het meeste voor bij vogels die uit warme gebieden komen. De woestijnbuizerd (Harris Hawk), arenden en lannervalk zijn hier gevoelig voor. Bij vorst kan de bloedtoevoer naar poten en vleugeltoppen verminderen, wat oedeem (vochtophoping) veroorzaakt. De vogels laten de vleugels iets hangen. De uiteinden van de vleugels, waar de primaire pennen aan vastzitten, zullen gezwollen zijn en blaren vertonen. Bij erge bevriezing kan het bevroren gedeelte naderhand afsterven. Men dient een dierenarts te raadplegen. Meestal is een antibioticum nodig. Men zou korte vluchten met de vogel kunnen doen voor de bloedtoevoer in de vleugels te bevorderen, hierbij moet rekening gehouden worden dat de vogel niet in orde is.
Parasieten en wormen:
De symptomen voor de aanwezigheid van parasieten en wormen zijn meestal zeer vaag, tenzij de besmetting groot is. Bij een grote infectie is er daling van de eetlust, gewichtverlies, braken, kopschudden en gapen. Parasieten verzwakken de vogel omdat ze voedingstoffen van hem afnemen. Door het smetsel te laten onderzoeken kan een dierenarts erachter komen welk soort parasiet de vogel bij zich draagt. Uit voorzorg is het goed dit één à twee keer per jaar te laten onderzoeken. Haarwormen komen het vaakst voor bij roofvogels maar ook spoelwormen, lintwormen en gaapwormen kunnen voorkomen.
Niet alleen ín het lichaam kunnen parasieten voorkomen maar zeker ook óp het lichaam. Deze zijn meestal met het blote oog zichtbaar. De vogel gaat zijn veren overdreven vaak verzorgen en zelfs veren uittrekken. Bloedmijt (bloedluis) is een veelvoorkomend parasiet. De vogels zitten vaak te krabben, schuren en pikken in hun verenkleed, wat daardoor rommelig eruit gaat zien. De mijten zitten graag in het nestmateriaal of hokken. Belangrijk is te blijven contoleren op de aanwezigheid van bloedmijt. Heel simpel is om onder de zitstok een klein stukje elektriciteitspijp te binden en daarin opgerold ribbel papier b.v. uit een rol beschuit te doen. Hierin kruipen overdag de mijten en zodoende kan je steeds controleren of mijten aanwezig zijn. Bloedluis zit namelijk alleen ’s nachts op de vogels en gaan overdag in nestmateriaal of in hokken zitten.
Sommige verenparasieten (schachtmijt) leven in de schacht (begin van de veer) van de veren.
Ook kunnen mijten in de schubben van de poten gaan zitten. Voornamelijk vogels die binnen zitten krijgen droge poten en gaan de schubben open staan, waardoor de mijten grip kunnen krijgen. Men kan de poten af en toe insmeren met een vette, parfumvrije crème. Vaseline en uierzalf dichten de huid alleen af en dringen niet in de huid, dus zijn niet aan te raden.
Coccidiose wordt ook veroorzaakt door een parasiet en komt voornamelijk bij jonge vogels voor. Diarree, gewichtverlies, bloed in het smetsel en een verminderde eetlust zijn typische symptomen. Door de juiste medicatie is het in de meeste gevallen te genezen.
Trichomonose:
Dit is het bekende “Geel” dat veel voorkomt bij duiven. Roofvogels kunnen door het eten van een geïnfecteerde duif, besmet raken. Daarom dient een duif, voordat hij aan de roofvogel gevoerd wordt, geruime tijd in de vriezer te liggen. De eetlust van de vogel zal verminderen. Als men aan de binnenkant van de mond onderzoekt zal men een soort kaasachtige witte plek zien. Voor deze aandoening bestaan goede medicijnen.
Ademhalingsproblemen:
Deze zijn een van de belangrijkste doodsoorzaken bij roofvogels. Er dient altijd zo vlug mogelijk een dierenarts geraadpleegd te worden.
Zure krop:
Men moet er altijd op letten dat de krop volledig leeg is voordat de vogel weer te eten krijgt. De krop heeft namelijk geen verteringsfunctie, maar is enkel een opslagplaats. Als het voedsel na enkele uren niet van de krop naar de maag gaat, moet het heel dringend verwijderd worden, zo niet kan de inhoud van de krop verzuren en scheiden bacteriën een stof uit die giftig is voor de vogel, die op korte termijn kan sterven. Nooit een verzwakte vogel een volle krop geven, liefst meerdere keren per dag kleine porties aanbieden.
Doorweekte veren:
Een vogel moet altijd zelf de keuze hebben zich te wassen in een waterbad of in de regen te gaan zitten. Maar ook een beschutting tegen de regen moet aanwezig zijn. Een gezonde vogel heeft een vetlaag op zijn veren waardoor de veren waterafstotend worden en de regendruppels als parels eraf rollen. Een vogel die geheel nat is geworden tot op de huid verliest veel lichaamstemperatuur en kan de vogel in shock raken. De lichaamstemperatuur van een roofvogel is namelijk tussen de 41-43 graden Celsius.