Sneeuwuil

DSC_1000SNEEUWUIL- BUBO SCANDIACUS

Lengte : 55 – 70 cm
Spanwijdte : 100 – 115 cm
Gewicht : 1000 – 2500 gram
Legsel van 3 tot 4 eieren per nest
Broedtijd : 27 tot 34 dagen
Leefgebied : Uiterste noorden van Azië, Europa en Noord – Amerika.
Af en toe bij strenge winters ook bij ons in België en Nederland,
dit zijn dan dwaalgasten.
Eet muizen, lemmingen, hazen en vogels ter grootte van de korhoen.

Sneeuwuilen mannetjes zien er heel anders uit dan de vrouwtjes, wat bijzonder is in de uilenwereld. Het verenkleed van het mannetje is bijna helemaal wit met een paar donkere vlekjes, terwijl het vrouwtje een stuk groter is en veel meer gevlekt. Sneeuwuilen zijn vooral in de ochtend- en avondschemering erg actief. Het grootste deel van de tijd brengt de sneeuwuil op de grond door, zittend op lage rotsen of takken. Dankzij een scherp zicht en een uitstekend gehoor houdt de sneeuwuil alles in de gaten. Het gewicht van een sneeuwuil ligt tussen de 1 en 2,5 kg.

De sneeuwuil wordt iedere dag gevoerd. Ratten en kuikens behoren tot hun dagelijkse portie. Wanneer de sneeuwuil echter geen eten zou krijgen, kan hij 40 dagen zonder voedsel. Dat komt doordat deze uilen beschikken over een zeer grote vetreserve. Uilen drinken niet, ze hebben alleen een vijvertje om ‘te badderen’. Het vocht dat ze nodig hebben, halen ze uit het vlees dat ze eten.
Het vrouwtje is gevlekter dan het mannetje. Dit zorgt namelijk, in de landen waar ze oorspronkelijk vandaan komen en waar veel sneeuw ligt, voor een schutkleur tijdens het broeden. In deze periode wordt zij door het mannetje gevoerd. Wanneer de jongen ouder zijn dan 25 dagen verlaten ze het nest.

De sneeuwuil komt voor in het gehele Noordpoolgebied. Ze leven op rotsachtig heuvelland en overzichtelijke gebieden met bodemverhogingen. Buiten de broedtijd leven ze ook in open gebieden, vooral aan de kust.