Voeding Algemeen


De voedselbehoefte van uilen hangt af van een groot aantal factoren zoals: soort, gewicht, geslacht, levensfase, leeftijd, activiteit en omgevingstemperatuur. De kunst is om het voedsel zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte van de vogel.  Daarom is het noodzakelijk ieder dag de vogel te wegen en zo zijn conditie in de gaten te houden. Indien men weet dat de vogel genoeg voeding krijgt, maar hij verliest toch gewicht speelt er een ander probleem. Een grotere vogel heeft in verhouding tot zijn lichaamsgewicht minder voer nodig dan een kleinere vogel. Dit komt doordat kleinere vogels een snellere stofwisseling hebben en meer energie verbruiken per kg lichaamsgewicht dan grotere vogels. De hoeveelheid energie van het voer verschilt echter per soort prooidier. In het algemeen is “rood”vlees (rund, rat, muis, eend) energierijker dan “wit”vlees (kip, kuiken, kalkoen). Jonge vogels hebben in het algemeen dezelfde voedselsamenstelling nodig als volwassenen, maar in verhouding tot hun gewicht hebben ze meer nodig. Rekening moet gehouden worden met waar de prooidieren vandaan komen. Worden de prooidieren goed gevoed met hoge kwaliteit voeding, dan spreekt voor zich dat deze prooidieren beter zijn dan bv “brood”muizen (muizen slechte voeding hebben gehad). Ook de opslag van de prooidieren is belangrijk. Snel ingevroren en goed verpakt bij -18 graden Celsius behouden de prooidieren zeker ½ jaar de kwaliteit. Ontdooien dient bij een temperatuur van 4-7 graden Celsius te gebeuren en niet langer dan twee dagen bewaren. Ontdooien in de magnetron of in warm water wordt afgeraden omdat er vitamineverlies kan optreden. Kort vóór het voeren dienen de prooidieren op kamertemperatuur gebracht te worden om problemen met voorvertering in de krop te voorkomen. Voedselresten zijn een bron van bacteriën, schimmels en plaagdieren (oa vliegen), die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van de uil. Normaal gesproken worden uilen in gevangenschap één maal per dag gevoerd. Kleine en jonge vogels zouden twee of meerdere keren per dag gevoerd kunnen worden, vooral wanneer het koud is en de vogels meer energie nodig hebben. Sommige grotere soorten kunnen, mits in goede conditie, soms een dag vasten (geen eten krijgen). Het is aan te raden de vogels op vaste tijden te voeren, zodat er een regelmatige braakbalcyclus ontstaat.

Voedsel bestaat uit een verzameling aan stoffen die ervoor zorgen dat een lichaam kan functioneren. Voor groei, voortplanting, ontwikkeling en ter bescherming van infecties zijn diverse combinaties van stoffen noodzakelijk. Daarom is het belangrijk om afwisselend voer aan te bieden.

Wat te voeren:

Voor houders van uilen is het belangrijk te weten, wat het natuurlijke voedsel van hun vogels is. Het is de uitdaging om dit voedsel in gevangenschap zo goed mogelijk na te bootsen. Het is aan te raden om, waar mogelijk, het voedsel zoveel mogelijk te variëren. Het is aan te raden om roofvogels en uilen zoveel mogelijk te voeden met hele prooidieren. Botten, huid en veren zijn van groot belang bij het maken van een braakbal bij de uil en bij het schoonhouden van de krop. Delen van prooidieren zoals kippennekken, orgaanvlees en rundvlees zijn ook prima om te voeren, maar is geen volwaardige voeding voor uilen en moet dus afgewisseld worden met hele prooidieren.

Eendagskuikens: Kuikens worden het meest algemeen gevoerd aan roofvogels en uilen. Deze goedkope voedselbron is goed te krijgen en wordt vaak als basisvoedsel gevoerd. Omdat de kuikens niet volgroeid zijn bestaat het skelet vooral uit kraakbeen. Dit heeft tot gevolg dat de vogels een te laag calcium- (kalk) en fosforgehalte binnenkrijgt. Dit dient met voedingssupplementen aangevuld te worden voor een goede skeletgroei van de vogel te bevorderen. Soms wordt de dooier uit de kuikens geknepen, zodat het vochtige eigeel minder vervuiling veroorzaakt. Hiermee wordt ook een deel van de vetoplosbare vitamines, zoals vit.A en vit.E, verwijderd. En tevens goede vetzuren en eiwitten. Daarom is het beter complete kuikens te voeren met afwisseling van andere prooidieren.

Vogels: Vogeletende uilen worden veelal gevoerd met kwartels, kippen, kalkoenen en duiven. Bij het voeren dan vogels moet worden stilgestaan bij de mogelijke ziektes, die kunnen worden overgebracht. Om overdracht van ziektekiemen te verkleinen kunnen de kop en het hele maag-darmstelsel verwijderd worden. Door het invriezen worden veel ziektekiemen gedood maar lang niet alle. Vaak worden delen van deze prooidieren gevoerd, waardoor toevoegen van vitamines en mineralen gewenst is. Uilen dient men uit voorzorg géén duif te voeren omdat zij erg gevoelig zijn voor de duivenziekte, “het geel”.

 

Zoogdieren:

De meeste gevoerde zoogdieren zijn knaagdieren zoals muizen, ratten en jonge konijnen. Hamsters en cavia’s zijn soms minder goed beschikbaar, maar zijn ook prima voedseldieren. Grotere zoogdieren, zoals volwassen konijnen, zijn geschikt voor grotere uilen. Er moet wel op gelet worden dat grote, harde botten verwijderd worden bij het voeren aan kleinere vogels omdat verstopping van krop of beschadiging van slokdarm kunnen voorkomen.

Insecten: Bij het uitsluitend voeren van insecten, is het van belang dat er een vitaminen- en mineralenmix wordt toegevoegd. De calcium- en fosfor verhouding is van de meeste insecten niet optimaal.

 

Hoe moet gevoerd worden?

Volwassen grotere roofvogels krijgen de prooi in zijn geheel aangeboden. Ook kleinere uilen scheuren hun prooi geheel uit elkaar tot eetbare stukjes. Vooral uilen slokken de prooi in één keer naar binnen. Daarom dient men rekening ermee te houden, welke grote van prooidieren de vogels in de natuur zouden opeten. Dus kleinere uilen kun je beter meerdere kleine stukken kuiken of muis aanbieden. Bij het voeren van insecten moet opgelet worden dat de kop van de insect kapot gebeten wordt door de vogel, anders dient men de insect eerst dood te maken. Dit kan door de kop van het insect kapot te maken of de insecten levend in te vriezen.

Jongere vogels voert men kleine stukken kuiken en muis. De maag van het kuiken wordt de eerste weken niet gevoerd. Men knipt met een schaar de buik open van borstbeen tot cloaca (uitgang). De eidooierzak zak dan eruit lopen en men voelt een hard bolletje van ongeveer 1,5cm. Dit is de maag en wordt eruit geknipt. De eidooier bevat ook goede voedingstoffen maar men dient voorzichtig ermee te zijn omdat jonge vogels besmeurd ermee raken en dit zo weer een bron van infecties kan opleveren. Meer informatie over dit onderwerp kan je hier vinden.